missioneren

Conjugations List of Missioneren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmissioneermissioneerdeheb gemissioneerd
jij, je, umissioneertmissioneerdehebt gemissioneerd
hij, zij, hetmissioneertmissioneerdeheeft gemissioneerd
wijmissionerenmissioneerdenhebben gemissioneerd
julliemissionerenmissioneerdenhebben gemissioneerd
zij, zemissionerenmissioneerdenhebben gemissioneerd

Presens

Example presens sentences for Missioneren with some of the pronouns.

  • Ik missioneer
  • Jij missioneert
  • Hij/Zij missioneert
  • Wij missioneren
  • Jullie missioneren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Missioneren with some of the pronouns.

  • Ik missioneerde
  • Jij missioneerde
  • Hij/Zij missioneerde
  • Wij missioneerden
  • Jullie missioneerden

Perfectum

Example perfectum sentences for Missioneren with some of the pronouns.

  • Ik heb gemissionneerd
  • Jij hebt gemissionneerd
  • Hij/Zij heeft gemissionneerd
  • Wij hebben gemissionneerd
  • Jullie hebben gemissionneerd