mistasten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tast mis | tastte mis | heb misgetast |
jij, je, u | tast mis | tastte mis | hebt misgetast |
hij, zij, het | tast mis | tastte mis | heeft misgetast |
wij | tasten mis | tastten mis | hebben misgetast |
jullie | tasten mis | tastten mis | hebben misgetast |
zij, ze | tasten mis | tastten mis | hebben misgetast |
PresensBeta
Example presens sentences for Mistasten with some of the pronouns.
- Ik mistast in de donkere kamer.
- Jij mistast vaak in je oordeel.
- Hij mistast regelmatig in zijn beslissingen.
- Wij mistasten soms in onze verwachtingen.
- Jullie mistasten als jullie niet goed luisteren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Mistasten with some of the pronouns.
- Ik mistaste altijd in die situatie.
- Jij mistaste geregeld in je uitspraken.
- Hij mistaste toen hij de bal gooide.
- Wij mistasten regelmatig in ons begrip.
- Jullie mistastten in het verleden ook al eens.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Mistasten with some of the pronouns.
- Ik heb gemistast in mijn inschatting.
- Jij hebt vaak gemistast in je keuzes.
- Hij heeft gisteren gemistast in zijn reactie.
- Wij hebben eerder gemistast in onze beoordeling.
- Jullie hebben al vaker gemistast in dit spel.