mutileren

Conjugations List of Mutileren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmutileermutileerdeheb gemutileerd
jij, je, umutileertmutileerdehebt gemutileerd
hij, zij, hetmutileertmutileerdeheeft gemutileerd
wijmutilerenmutileerdenhebben gemutileerd
julliemutilerenmutileerdenhebben gemutileerd
zij, zemutilerenmutileerdenhebben gemutileerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mutileren with some of the pronouns.

  • Ik muteer
  • Jij muteert
  • Hij/Zij/Het muteert
  • Wij muteren
  • Zij muteren

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mutileren with some of the pronouns.

  • Ik muteerde
  • Jij muteerde
  • Hij/Zij/Het muteerde
  • Wij muteerden
  • Zij muteerden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mutileren with some of the pronouns.

  • Ik heb gemuteerd
  • Jij hebt gemuteerd
  • Hij/Zij/Het heeft gemuteerd
  • Wij hebben gemuteerd
  • Zij hebben gemuteerd