ommuren

Conjugations List of Ommuren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikommuurommuurdeheb ommuurd
jij, je, uommuurtommuurdehebt ommuurd
hij, zij, hetommuurtommuurdeheeft ommuurd
wijommurenommuurdenhebben ommuurd
jullieommurenommuurdenhebben ommuurd
zij, zeommurenommuurdenhebben ommuurd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ommuren with some of the pronouns.

  • Ik ommuur de tuin om privacy te creëren.
  • Jij ommuurt het huis met stenen.
  • Hij ommuurt de stad ter verdediging.
  • Zij ommuren het kasteel als bescherming.
  • Wij ommuren de ruïnes voor restauratie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ommuren with some of the pronouns.

  • Vroeger ommuurde ik de tuin om privacy te creëren.
  • Vroeger ommuurde jij het huis met stenen.
  • Vroeger ommuurde hij de stad ter verdediging.
  • Vroeger ommuurden zij het kasteel als bescherming.
  • Vroeger ommuurden wij de ruïnes voor restauratie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ommuren with some of the pronouns.

  • Ik heb de tuin ommuurd om privacy te creëren.
  • Jij hebt het huis met stenen ommuurd.
  • Hij heeft de stad ommuurd ter verdediging.
  • Zij hebben het kasteel ommuurd als bescherming.
  • Wij hebben de ruïnes ommuurd voor restauratie.