omstuwen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stuw om | stuwde om | heb omgestuwd |
jij, je, u | stuwt om | stuwde om | hebt omgestuwd |
hij, zij, het | stuwt om | stuwde om | heeft omgestuwd |
wij | stuwen om | stuwden om | hebben omgestuwd |
jullie | stuwen om | stuwden om | hebben omgestuwd |
zij, ze | stuwen om | stuwden om | hebben omgestuwd |
PresensBeta
Example presens sentences for Omstuwen with some of the pronouns.
- Ik stuwt de boot om.
- Jij stuwt de golven omver.
- Hij/zij/het stuwde de rivier om.
- Wij stuwen de luchtstromen omhoog.
- Jullie stuwen de energie om.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omstuwen with some of the pronouns.
- Ik stuwde de boot om.
- Jij stuwde de golven omver.
- Hij/zij/het stuwde de rivier om.
- Wij stuwden de luchtstromen omhoog.
- Jullie stuwden de energie om.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omstuwen with some of the pronouns.
- Ik heb de boot omgestuwd.
- Jij hebt de golven omvergestuwd.
- Hij/zij/het heeft de rivier omgestuwd.
- Wij hebben de luchtstromen omhooggestuwd.
- Jullie hebben de energie omgestuwd.