ontzwellen

Conjugations List of Ontzwellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontzwelontzwolben ontzwollen
jij, je, uontzweltontzwolbent ontzwollen
hij, zij, hetontzweltontzwolis ontzwollen
wijontzwellenontzwollenzijn ontzwollen
jullieontzwellenontzwollenzijn ontzwollen
zij, zeontzwellenontzwollenzijn ontzwollen

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontzwellen with some of the pronouns.

  • De huid zwelt op na een insectenbeet.
  • Mijn enkel zwelt op na het verzwikken ervan.
  • Bij warm weer zwellen de voeten soms op.
  • De aderen kunnen ontzwellen door koude kompressen.
  • Als je je teen stoot, zwelt die meestal op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontzwellen with some of the pronouns.

  • Toen ik mijn enkel verzwikte, zwol die meteen op.
  • Vroeger zwollen mijn voeten vaker op na een lange wandeling.
  • Tijdens de zwangerschap zwollen mijn voeten regelmatig op.
  • Elke keer als ik gestoken werd, zwol mijn arm enorm op.
  • Als kind zwol mijn neus altijd op bij een verkoudheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontzwellen with some of the pronouns.

  • Mijn enkel is opgezwollen nadat ik hem verzwikte.
  • Na de allergische reactie waren mijn lippen opgezwollen.
  • Ik heb ijs aangebracht op mijn knie nadat die was ontzwollen.
  • De zwelling in mijn hand is gelukkig afgenomen na de behandeling.
  • Nadat ik gestoken werd, was mijn arm flink opgezwollen.