onderspitten
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | spit onder | spitte onder | heb ondergespit |
| jij, je, u | spit onder | spitte onder | hebt ondergespit |
| hij, zij, het | spit onder | spitte onder | heeft ondergespit |
| wij | spitten onder | spitten onder | hebben ondergespit |
| jullie | spitten onder | spitten onder | hebben ondergespit |
| zij, ze | spitten onder | spitten onder | hebben ondergespit |
PresensBeta
Example presens sentences for Onderspitten with some of the pronouns.
- Ik spit de tuin om.
- Jij spit de aarde om.
- Hij/Zij/Het spit het land om.
- Wij spitten de grond om.
- Jullie spitten de akker om.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Onderspitten with some of the pronouns.
- Ik spitte de tuin om.
- Jij spitte de aarde om.
- Hij/Zij/Het spitte het land om.
- Wij spitten de grond om.
- Jullie spitten de akker om.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Onderspitten with some of the pronouns.
- Ik heb de tuin omgespit.
- Jij hebt de aarde omgespit.
- Hij/Zij/Het heeft het land omgespit.
- Wij hebben de grond omgespit.
- Jullie hebben de akker omgespit.