onteigenen

Conjugations List of Onteigenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonteigenonteigendeheb onteigend
jij, je, uonteigentonteigendehebt onteigend
hij, zij, hetonteigentonteigendeheeft onteigend
wijonteigenenonteigendenhebben onteigend
jullieonteigenenonteigendenhebben onteigend
zij, zeonteigenenonteigendenhebben onteigend

Presens
Beta

Example presens sentences for Onteigenen with some of the pronouns.

  • De overheid onteigent het land om ruimte te maken voor een nieuw industriegebied.
  • Ik onteigen jouw eigendom niet zonder geldige reden.
  • De rechter beslist of de gemeente grond mag onteigenen voor openbaar nut.
  • Hij onteigent regelmatig percelen voor zijn landbouwbedrijf.
  • Wij willen voorkomen dat ons huis wordt onteigend voor de aanleg van een snelweg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Onteigenen with some of the pronouns.

  • Vroeger werden boeren vaak gedwongen hun land te laten onteigenen.
  • Toen ik jong was, werd het huis naast ons onteigend voor de aanleg van een park.
  • Tijdens de oorlog werden veel eigendommen onteigend door de bezettende macht.
  • In die periode werden er grote stukken grond onteigend voor de bouw van wegen.
  • De voormalige dictator liet eigendommen van zijn tegenstanders systematisch onteigenen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Onteigenen with some of the pronouns.

  • De gemeente heeft het stuk grond onteigend voor de bouw van sociale woningen.
  • Zij hebben hun erf laten onteigenen door de projectontwikkelaar.
  • De boer had zijn land al eerder laten onteigenen door de overheid.
  • Het bedrijf heeft succesvol de grond onteigend voor de uitbreiding van de fabriek.
  • Wij hebben onze bezittingen niet laten onteigenen tijdens de oorlog.