onthouden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | onthou | onthield | heb onthouden |
jij, je, u | onthoudt | onthield | hebt onthouden |
hij, zij, het | onthoudt | onthield | heeft onthouden |
wij | onthouden | onthielden | hebben onthouden |
jullie | onthouden | onthielden | hebben onthouden |
zij, ze | onthouden | onthielden | hebben onthouden |
PresensBeta
Example presens sentences for Onthouden with some of the pronouns.
- Ik onthoud de belangrijke data.
- Jij onthoudt altijd alles.
- Hij/zij/ze onthoudt de telefoonnummers.
- Wij onthouden de namen van alle collega's.
- Jullie onthouden de route naar het strand.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Onthouden with some of the pronouns.
- Ik onthield de belangrijke data.
- Jij onthield altijd alles.
- Hij/zij/ze onthield de telefoonnummers.
- Wij onthielden de namen van alle collega's.
- Jullie onthielden de route naar het strand.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Onthouden with some of the pronouns.
- Ik heb de belangrijke data onthouden.
- Jij hebt altijd alles onthouden.
- Hij/zij/ze heeft de telefoonnummers onthouden.
- Wij hebben de namen van alle collega's onthouden.
- Jullie hebben de route naar het strand onthouden.