ontkerstenen

Conjugations List of Ontkerstenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontkerstenontkerstendeben ontkerstend
jij, je, uontkerstentontkerstendebent ontkerstend
hij, zij, hetontkerstentontkerstendeis ontkerstend
wijontkerstenenontkerstendenzijn ontkerstend
jullieontkerstenenontkerstendenzijn ontkerstend
zij, zeontkerstenenontkerstendenzijn ontkerstend

Presens

Example presens sentences for Ontkerstenen with some of the pronouns.

  • Ik ontkerstene de oude kapel.
  • Jij ontkerstent de kerk in het dorp.
  • Hij ontkerstent de begraafplaats.
  • Wij ontkerstenen de religieuze monumenten.
  • Zij ontkerstenen de kloosters in de stad.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Ontkerstenen with some of the pronouns.

  • Vroeger ontkersten ik de oude kapel.
  • Vroeger ontkerstende jij de kerk in het dorp.
  • Vroeger ontkerstende hij de begraafplaats.
  • Vroeger ontkerstenden wij de religieuze monumenten.
  • Vroeger ontkerstenden zij de kloosters in de stad.

Perfectum

Example perfectum sentences for Ontkerstenen with some of the pronouns.

  • Ik heb de oude kapel ontkerstend.
  • Jij hebt de kerk in het dorp ontkerstend.
  • Hij heeft de begraafplaats ontkerstend.
  • Wij hebben de religieuze monumenten ontkerstend.
  • Zij hebben de kloosters in de stad ontkerstend.