onttrekken

Conjugations List of Onttrekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonttrekonttrokheb onttrokken
jij, je, uonttrektonttrokhebt onttrokken
hij, zij, hetonttrektonttrokheeft onttrokken
wijonttrekkenonttrokkenhebben onttrokken
jullieonttrekkenonttrokkenhebben onttrokken
zij, zeonttrekkenonttrokkenhebben onttrokken

Presens

Example presens sentences for Onttrekken with some of the pronouns.

  • Ik onttrek me aan de verantwoordelijkheid.
  • Jij onttrekt geld van je bankrekening.
  • Hij onttrekt de informatie uit het dossier.
  • Zij onttrekken talentvolle spelers aan andere teams.
  • Wij onttrekken ons aan de invloed van de media.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Onttrekken with some of the pronouns.

  • Ik onttrok me regelmatig aan mijn taken.
  • Jij onttrok vaak geld van je bankrekening.
  • Hij onttrok de informatie stiekem uit het dossier.
  • Zij onttrokken talentvolle spelers aan andere teams in het verleden.
  • Wij onttrokken ons vroeger aan de invloed van de media.

Perfectum

Example perfectum sentences for Onttrekken with some of the pronouns.

  • Ik heb me aan de verantwoordelijkheid onttrokken.
  • Jij hebt geld van je bankrekening onttrokken.
  • Hij heeft de informatie uit het dossier onttrokken.
  • Zij hebben talentvolle spelers aan andere teams onttrokken.
  • Wij hebben ons aan de invloed van de media onttrokken.