ontvrienden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontvriend | ontvriendde | heb ontvriend |
jij, je, u | ontvriendt | ontvriendde | hebt ontvriend |
hij, zij, het | ontvriendt | ontvriendde | heeft ontvriend |
wij | ontvrienden | ontvriendden | hebben ontvriend |
jullie | ontvrienden | ontvriendden | hebben ontvriend |
zij, ze | ontvrienden | ontvriendden | hebben ontvriend |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontvrienden with some of the pronouns.
- Ik ontvriend mensen die negatieve invloed hebben op mijn leven.
- Jij ontvriendt hem op sociale media.
- Hij ontvriendt haar omdat ze ruzie hadden.
- Wij ontvrienden de accounts die spamberichten sturen.
- Jullie ontvrienden de persoon die altijd roddels verspreidt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontvrienden with some of the pronouns.
- Ik ontvriendde mensen die negatieve invloed hadden op mijn leven.
- Jij ontvriendde hem op sociale media.
- Hij ontvriendde haar omdat ze ruzie hadden.
- Wij ontvriendden de accounts die spamberichten stuurden.
- Jullie ontvriendden de persoon die altijd roddels verspreidden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontvrienden with some of the pronouns.
- Ik heb mensen ontvriend die negatieve invloed hadden op mijn leven.
- Jij hebt hem op sociale media ontvriend.
- Hij heeft haar ontvriend omdat ze ruzie hadden.
- Wij hebben de accounts ontvriend die spamberichten stuurden.
- Jullie hebben de persoon ontvriend die altijd roddels verspreidde.