achteromkomen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kom achterom | kwam achterom | heb achteromgekomen |
jij, je, u | komt achterom | kwam achterom | hebt achteromgekomen |
hij, zij, het | komt achterom | kwam achterom | heeft achteromgekomen |
wij | komen achterom | kwamen achterom | hebben achteromgekomen |
jullie | komen achterom | kwamen achterom | hebben achteromgekomen |
zij, ze | komen achterom | kwamen achterom | hebben achteromgekomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Achteromkomen with some of the pronouns.
- Ik kom achterom.
- Jij komt achterom.
- Hij/zij/het komt achterom.
- Wij komen achterom.
- Jullie komen achterom.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Achteromkomen with some of the pronouns.
- Ik kwam achterom.
- Jij kwam achterom.
- Hij/zij/het kwam achterom.
- Wij kwamen achterom.
- Jullie kwamen achterom.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Achteromkomen with some of the pronouns.
- Ik ben achterom gekomen.
- Jij bent achterom gekomen.
- Hij/zij/het is achterom gekomen.
- Wij zijn achterom gekomen.
- Jullie zijn achterom gekomen.