ontzinken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontzink | ontzonk | ben ontzonken |
jij, je, u | ontzinkt | ontzonk | bent ontzonken |
hij, zij, het | ontzinkt | ontzonk | is ontzonken |
wij | ontzinken | ontzonken | zijn ontzonken |
jullie | ontzinken | ontzonken | zijn ontzonken |
zij, ze | ontzinken | ontzonken | zijn ontzonken |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontzinken with some of the pronouns.
- Ik ontzink
- Jij ontzinkt
- Hij/Zij/Het ontzinkt
- Wij ontzinken
- Jullie ontzinken
- Zij ontzinken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontzinken with some of the pronouns.
- Ik ontzonk
- Jij ontzonk
- Hij/Zij/Het ontzonk
- Wij ontzonken
- Jullie ontzonken
- Zij ontzonken
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontzinken with some of the pronouns.
- Ik ben ontzonken
- Jij bent ontzonken
- Hij/Zij/Het is ontzonken
- Wij zijn ontzonken
- Jullie zijn ontzonken
- Zij zijn ontzonken