verlinken

Conjugations List of Verlinken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverlinkverlinkteheb verlinkt
jij, je, uverlinktverlinktehebt verlinkt
hij, zij, hetverlinktverlinkteheeft verlinkt
wijverlinkenverlinktenhebben verlinkt
jullieverlinkenverlinktenhebben verlinkt
zij, zeverlinkenverlinktenhebben verlinkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Verlinken with some of the pronouns.

  • Ik verlink
  • Jij verlinkt
  • Hij/Zij/Het verlinkt
  • Wij verlinken
  • Jullie verlinken
  • Zij verlinken

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verlinken with some of the pronouns.

  • Ik verlinkte
  • Jij verlinkte
  • Hij/Zij/Het verlinkte
  • Wij verlinkten
  • Jullie verlinkten
  • Zij verlinkten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verlinken with some of the pronouns.

  • Ik heb verlinkt
  • Jij hebt verlinkt
  • Hij/Zij/Het heeft verlinkt
  • Wij hebben verlinkt
  • Jullie hebben verlinkt
  • Zij hebben verlinkt