opbaren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | baar op | baarde op | heb opgebaard |
jij, je, u | baart op | baarde op | hebt opgebaard |
hij, zij, het | baart op | baarde op | heeft opgebaard |
wij | baren op | baarden op | hebben opgebaard |
jullie | baren op | baarden op | hebben opgebaard |
zij, ze | baren op | baarden op | hebben opgebaard |
PresensBeta
Example presens sentences for Opbaren with some of the pronouns.
- Hij baart een nieuw idee op.
- De kunstenaar baart veel opzien met zijn nieuwste schilderij.
- Zij baren gezamenlijk een plan op voor de reorganisatie.
- Wij baren ons zorgen over het milieu.
- Jullie baren mij echt op met jullie grapjes.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opbaren with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, baarde ik vaak problemen op.
- Hij baarde opzien met zijn revolutionaire ideeën.
- Ze baarden altijd veel commotie op met hun gedrag.
- We baarden zorgen op door onze afwezigheid.
- Jullie baarden veel besprekingen op met jullie voorstellen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opbaren with some of the pronouns.
- Ik heb een interessant boek opgebaard.
- Je hebt al je talenten opgebaard tijdens het optreden.
- Hij heeft zijn geheim lang verborgen opgebaard.
- We hebben veel vragen opgebaard tijdens de vergadering.
- Ze hebben een monument ter nagedachtenis opgebaard.