opdoemen

Conjugations List of Opdoemen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoem opdoemde opben opgedoemd
jij, je, udoemt opdoemde opbent opgedoemd
hij, zij, hetdoemt opdoemde opis opgedoemd
wijdoemen opdoemden opzijn opgedoemd
julliedoemen opdoemden opzijn opgedoemd
zij, zedoemen opdoemden opzijn opgedoemd

Presens
Beta

Example presens sentences for Opdoemen with some of the pronouns.

  • Ik doem op in de ochtend.
  • Jij doemt op tijdens de bijeenkomst.
  • Hij/Zij doemt op als een onverwachte gast.
  • Wij doemen op in het donker.
  • Zij doemen op aan de horizon.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opdoemen with some of the pronouns.

  • Ik doemde op in de ochtend.
  • Jij doemde op tijdens de bijeenkomst.
  • Hij/Zij doemde op als een onverwachte gast.
  • Wij doemden op in het donker.
  • Zij doemden op aan de horizon.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opdoemen with some of the pronouns.

  • Ik ben opgedoemd in de ochtend.
  • Jij bent opgedoemd tijdens de bijeenkomst.
  • Hij/Zij is opgedoemd als een onverwachte gast.
  • Wij zijn opgedoemd in het donker.
  • Zij zijn opgedoemd aan de horizon.