opengaan

Conjugations List of Opengaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga openging openben opengegaan
jij, je, ugaat openging openbent opengegaan
hij, zij, hetgaat openging openis opengegaan
wijgaan opengingen openzijn opengegaan
julliegaan opengingen openzijn opengegaan
zij, zegaan opengingen openzijn opengegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Opengaan with some of the pronouns.

  • Ik ga nu de deur open.
  • De bloemen gaan langzaam open in de zon.
  • Wanneer gaan de winkels open?
  • Hij gaat altijd vroeg naar bed.
  • We gaan vanavond naar de film.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opengaan with some of the pronouns.

  • Toen ik binnenkwam, ging het alarm af.
  • Vroeger ging ik regelmatig met mijn familie naar de dierentuin.
  • Het licht ging uit toen de stroom uitviel.
  • Elke keer als ik naar buiten keek, ging de zon onder.
  • In mijn jeugd ging ik altijd met de fiets naar school.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opengaan with some of the pronouns.

  • De deur is gisteren opengegaan.
  • Ik ben blij dat de mogelijkheid zich heeft opengedaan.
  • Hebben de kinderen de cadeautjes al opengemaakt?
  • Ze is naar de dokter gegaan om haar oog te laten onderzoeken.
  • We zijn naar het strand gegaan en hebben een duik genomen.