omvangen

Conjugations List of Omvangen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikomvangomvingheb omvangen
jij, je, uomvangtomvinghebt omvangen
hij, zij, hetomvangtomvingheeft omvangen
wijomvangenomvingenhebben omvangen
jullieomvangenomvingenhebben omvangen
zij, zeomvangenomvingenhebben omvangen

Presens
Beta

Example presens sentences for Omvangen with some of the pronouns.

  • Ik omvang de situatie en maak een plan.
  • Jij omvangt de uitdagingen met vastberadenheid.
  • Hij/zij/ze omvangt de verantwoordelijkheid met zorg.
  • Wij omvangen de problemen en zoeken naar oplossingen.
  • Jullie omvangen de mogelijkheden en benutten ze optimaal.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omvangen with some of the pronouns.

  • Ik omving de uitdagingen die ik tegenkwam.
  • Jij omving de moeilijkheden met doorzettingsvermogen.
  • Hij/zij/ze omving de sfeer in de kamer direct.
  • Wij omvingen de discussie en keken naar verschillende perspectieven.
  • Jullie omvingen de emoties van de mensen om jullie heen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omvangen with some of the pronouns.

  • Ik heb de complexiteit van het probleem omvangen.
  • Jij hebt de gevolgen van je acties omvangen.
  • Hij/zij/ze heeft de essentie van de boodschap omvangen.
  • Wij hebben de omvang van de schade omvangen.
  • Jullie hebben de volledige betekenis van het concept omvangen.