openvallen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | val open | viel open | heb opengevallen |
jij, je, u | valt open | viel open | hebt opengevallen |
hij, zij, het | valt open | viel open | heeft opengevallen |
wij | vallen open | vielen open | hebben opengevallen |
jullie | vallen open | vielen open | hebben opengevallen |
zij, ze | vallen open | vielen open | hebben opengevallen |
PresensBeta
Example presens sentences for Openvallen with some of the pronouns.
- Het boek valt open.
- De deur valt open.
- Mijn ogen vallen open.
- De cadeauverpakking valt open.
- Zijn mond valt open.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openvallen with some of the pronouns.
- Het boek viel open.
- De deur viel open.
- Mijn ogen vielen open.
- De cadeauverpakking viel open.
- Zijn mond viel open.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openvallen with some of the pronouns.
- Het boek is opengevallen.
- De deur is opengevallen.
- Mijn ogen zijn opengevallen.
- De cadeauverpakking is opengevallen.
- Zijn mond is opengevallen.