opkopen

Conjugations List of Opkopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkoop opkocht opheb opgekocht
jij, je, ukoopt opkocht ophebt opgekocht
hij, zij, hetkoopt opkocht opheeft opgekocht
wijkopen opkochten ophebben opgekocht
julliekopen opkochten ophebben opgekocht
zij, zekopen opkochten ophebben opgekocht

Presens
Beta

Example presens sentences for Opkopen with some of the pronouns.

  • Ik koop oude boeken op.
  • Hij koopt antieke meubels op.
  • Jij koopt nieuwe kleren op.
  • Wij kopen zeldzame munten op.
  • Zij kopen vintage sieraden op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opkopen with some of the pronouns.

  • Ik kocht vaak oude boeken op.
  • Hij kocht vroeger antieke meubels op.
  • Jij kocht regelmatig nieuwe kleren op.
  • Wij kochten soms zeldzame munten op.
  • Zij kochten altijd vintage sieraden op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opkopen with some of the pronouns.

  • Ik heb oude boeken opgekocht.
  • Hij heeft antieke meubels opgekocht.
  • Jij hebt nieuwe kleren opgekocht.
  • Wij hebben zeldzame munten opgekocht.
  • Zij hebben vintage sieraden opgekocht.