opraken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | raak op | raakte op | ben opgeraakt |
jij, je, u | raakt op | raakte op | bent opgeraakt |
hij, zij, het | raakt op | raakte op | is opgeraakt |
wij | raken op | raakten op | zijn opgeraakt |
jullie | raken op | raakten op | zijn opgeraakt |
zij, ze | raken op | raakten op | zijn opgeraakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Opraken with some of the pronouns.
- De voorraad raakt op.
- Ik raak snel door mijn boeken heen.
- Jullie raken altijd te laat.
- Het geld raakt langzaam op.
- Zij raken nooit uitgepraat over hun reiservaringen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opraken with some of the pronouns.
- De benzine raakte op toen we halverwege waren.
- Toen ik jong was, raakte ik vaak mijn speelgoed kwijt.
- We raakten in paniek toen we de sleutels niet konden vinden.
- Tijdens de storm raakte het dak beschadigd.
- Hij raakte gewond tijdens het ongeluk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opraken with some of the pronouns.
- De melk is opgeraakt.
- Ik ben door mijn energievoorraad heen geraakt.
- Wij zijn vorige week door onze voorraad heen geraakt.
- De batterijen zijn opgeraakt tijdens het gebruik.
- Hij is al zijn geduld kwijtgeraakt.