opzijschuiven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schuif opzij | schoof opzij | heb opzijgeschoven |
jij, je, u | schuift opzij | schoof opzij | hebt opzijgeschoven |
hij, zij, het | schuift opzij | schoof opzij | heeft opzijgeschoven |
wij | schuiven opzij | schoven opzij | hebben opzijgeschoven |
jullie | schuiven opzij | schoven opzij | hebben opzijgeschoven |
zij, ze | schuiven opzij | schoven opzij | hebben opzijgeschoven |
Presens
Example presens sentences for Opzijschuiven with some of the pronouns.
- Ik schuif de boeken opzij tijdens het schoonmaken.
- Jij schuift de stoel opzij om ruimte te maken.
- Hij schuift de papieren opzij en begint met een nieuw project.
- Wij schuiven de tafel opzij zodat er genoeg plaats is om te dansen.
- Zij schuiven de dozen opzij om bij de oude foto's te kunnen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Opzijschuiven with some of the pronouns.
- Ik schoof de gordijnen opzij om naar buiten te kijken.
- Jij schoof de mappen opzij om de juiste documenten te vinden.
- Hij schoof de stoelen opzij voor de vergadering.
- Wij schoven de dozen opzij om bij de oude spullen te komen.
- Zij schoven de kast opzij om meer ruimte te creëren.
Perfectum
Example perfectum sentences for Opzijschuiven with some of the pronouns.
- Ik heb de kussens opzijgeschoven voordat ik ging zitten.
- Jij bent de plantenpotten opzijgeschoven om de vloer te kunnen dweilen.
- Hij heeft het speelgoed opzijgeschoven en is begonnen met opruimen.
- Wij zijn de meubels opzijgeschoven voor de grote schoonmaak.
- Zij hebben de tijdschriften opzijgeschoven om plek te maken voor de nieuwe boeken.