overboeken

Conjugations List of Overboeken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikboek overboekte overheb overgeboekt
jij, je, uboekt overboekte overhebt overgeboekt
hij, zij, hetboekt overboekte overheeft overgeboekt
wijboeken overboekten overhebben overgeboekt
jullieboeken overboekten overhebben overgeboekt
zij, zeboeken overboekten overhebben overgeboekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Overboeken with some of the pronouns.

  • Ik boek het geld over naar je bankrekening.
  • Jij boekt het bedrag over naar de leverancier.
  • Hij/Zij boekt regelmatig geld over naar zijn/haar spaarrekening.
  • Wij boeken de betaling over via internetbankieren.
  • Jullie boeken het saldo over naar een andere rekening.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overboeken with some of the pronouns.

  • Ik boekte het geld over naar je bankrekening.
  • Jij boekte het bedrag over naar de leverancier.
  • Hij/Zij boekte regelmatig geld over naar zijn/haar spaarrekening.
  • Wij boekten de betaling over via internetbankieren.
  • Jullie boekten het saldo over naar een andere rekening.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overboeken with some of the pronouns.

  • Ik heb het geld naar je bankrekening overgeboekt.
  • Jij hebt het bedrag naar de leverancier overgeboekt.
  • Hij/Zij heeft regelmatig geld naar zijn/haar spaarrekening overgeboekt.
  • Wij hebben de betaling via internetbankieren overgeboekt.
  • Jullie hebben het saldo naar een andere rekening overgeboekt.