betoelagen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | betoelaag | betoelaagde | heb betoelaagd |
jij, je, u | betoelaagt | betoelaagde | hebt betoelaagd |
hij, zij, het | betoelaagt | betoelaagde | heeft betoelaagd |
wij | betoelagen | betoelaagden | hebben betoelaagd |
jullie | betoelagen | betoelaagden | hebben betoelaagd |
zij, ze | betoelagen | betoelaagden | hebben betoelaagd |
PresensBeta
Example presens sentences for Betoelagen with some of the pronouns.
- Ik betoelaag de kunstenaar voor zijn project.
- Jij betoelaagt de stichting voor hun onderzoek.
- Hij betoelaagt de studenten voor hun studiereis.
- Wij betoelagen de vereniging voor het organiseren van evenementen.
- Zij betoelagen het theatergezelschap voor hun nieuwe productie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Betoelagen with some of the pronouns.
- Ik betoelaagde de kunstenaar voor zijn project.
- Jij betoelaagde de stichting voor hun onderzoek.
- Hij betoelaagde de studenten voor hun studiereis.
- Wij betoelaagden de vereniging voor het organiseren van evenementen.
- Zij betoelaagden het theatergezelschap voor hun nieuwe productie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Betoelagen with some of the pronouns.
- Ik heb de kunstenaar voor zijn project betoelaagd.
- Jij hebt de stichting voor hun onderzoek betoelaagd.
- Hij heeft de studenten voor hun studiereis betoelaagd.
- Wij hebben de vereniging voor het organiseren van evenementen betoelaagd.
- Zij hebben het theatergezelschap voor hun nieuwe productie betoelaagd.