overhebben

Conjugations List of Overhebben.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikheb overhad overheb overgehad
jij, je, uhebt overhad overhebt overgehad
hij, zij, hethebt overhad overheeft overgehad
wijhebben overhadden overhebben overgehad
julliehebben overhadden overhebben overgehad
zij, zehebben overhadden overhebben overgehad

Presens
Beta

Example presens sentences for Overhebben with some of the pronouns.

  • Ik heb altijd wat geld overhebben voor noodgevallen.
  • Jij hebt meestal tijd overhebben om te ontspannen.
  • Hij heeft vaak energie overhebben na het sporten.
  • Wij hebben soms eten overhebben na het koken.
  • Zij hebben regelmatig spullen overhebben die ze kunnen doneren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overhebben with some of the pronouns.

  • Ik had altijd wat geld overheben voor noodgevallen.
  • Jij had meestal tijd overheben om te ontspannen.
  • Hij had vaak energie overheben na het sporten.
  • Wij hadden soms eten overheben na het koken.
  • Zij hadden regelmatig spullen overheben die ze konden doneren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overhebben with some of the pronouns.

  • Ik heb geld overhehad voor de vakantie.
  • Jij hebt tijd overhehad om je huiswerk af te maken.
  • Hij heeft energie overhehad na het feestje.
  • Wij hebben eten overhehad na het uit eten gaan.
  • Zij hebben spullen overhehad na het opruimen van de zolder.