oververhitten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | oververhit | oververhitte | heb oververhit |
jij, je, u | oververhit | oververhitte | hebt oververhit |
hij, zij, het | oververhit | oververhitte | heeft oververhit |
wij | oververhitten | oververhitten | hebben oververhit |
jullie | oververhitten | oververhitten | hebben oververhit |
zij, ze | oververhitten | oververhitten | hebben oververhit |
PresensBeta
Example presens sentences for Oververhitten with some of the pronouns.
- Ik oververhit de melk voor de cappuccino.
- Jij oververhit de oven om de taart te bakken.
- Hij oververhit de motor van de auto per ongeluk.
- Zij oververhit de pan tijdens het koken.
- Wij oververhitten de elektrische apparaten door ze te lang te gebruiken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Oververhitten with some of the pronouns.
- Ik oververhitte de melk voor de cappuccino.
- Jij oververhitte de oven om de taart te bakken.
- Hij oververhitte de motor van de auto per ongeluk.
- Zij oververhitte de pan tijdens het koken.
- Wij oververhitten de elektrische apparaten door ze te lang te gebruiken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Oververhitten with some of the pronouns.
- Ik heb de melk oververhit voor de cappuccino.
- Jij hebt de oven oververhit om de taart te bakken.
- Hij heeft de motor van de auto per ongeluk oververhit.
- Zij heeft de pan oververhit tijdens het koken.
- Wij hebben de elektrische apparaten oververhit door ze te lang te gebruiken.