pinkogen

Conjugations List of Pinkogen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpinkoogpinkoogdeheb gepinkoogd
jij, je, upinkoogtpinkoogdehebt gepinkoogd
hij, zij, hetpinkoogtpinkoogdeheeft gepinkoogd
wijpinkogenpinkoogdenhebben gepinkoogd
julliepinkogenpinkoogdenhebben gepinkoogd
zij, zepinkogenpinkoogdenhebben gepinkoogd

Presens
Beta

Example presens sentences for Pinkogen with some of the pronouns.

  • Ik pinkoog naar de leerlingen om hun aandacht te trekken.
  • Jij pinkoogt vaak als je een grapje maakt.
  • Hij/Zij pinkoogt stiekem naar zijn/haar vriendje in de klas.
  • Wij pinkogen om elkaar aan te moedigen tijdens de wedstrijd.
  • Jullie pinkogen altijd wanneer jullie iets grappigs zien.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Pinkogen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, pinkoogde ik altijd naar mijn broer tijdens familiebijeenkomsten.
  • Vroeger pinkoogden we naar elkaar om geheime boodschappen over te brengen.
  • Hij/Zij pinkoogde gisteren naar me terwijl ik sprak.
  • Als kind pinkoogden we constant om onze vrienden aan het lachen te maken.
  • Elke keer dat hij langskwam, pinkoogde ik naar hem.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Pinkogen with some of the pronouns.

  • Ik heb gepinkoogd naar mijn beste vriendin tijdens de presentatie.
  • Jij hebt al eerder gepinkoogd om me te laten lachen.
  • Hij/Zij heeft stiekem gepinkoogd naar zijn/haar crush.
  • Wij hebben vaak gepinkoogd tijdens saaie vergaderingen.
  • Jullie hebben gepinkoogd naar de leraar om hem te bedanken.