platineren

Conjugations List of Platineren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikplatineerplatineerdeheb geplatineerd
jij, je, uplatineertplatineerdehebt geplatineerd
hij, zij, hetplatineertplatineerdeheeft geplatineerd
wijplatinerenplatineerdenhebben geplatineerd
jullieplatinerenplatineerdenhebben geplatineerd
zij, zeplatinerenplatineerdenhebben geplatineerd

Presens

Example presens sentences for Platineren with some of the pronouns.

  • Ik plateer het zilveren bestek.
  • Jij plateert de sieraden.
  • Hij/Zij plateert de metalen voorwerpen.
  • Wij placeren de platina ringen.
  • Jullie placeren de juwelen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Platineren with some of the pronouns.

  • Ik platiniseerde het zilveren bestek.
  • Jij platiniseerde de sieraden.
  • Hij/Zij platiniseerde de metalen voorwerpen.
  • Wij platiniseerden de platina ringen.
  • Jullie platiniseerden de juwelen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Platineren with some of the pronouns.

  • Ik heb het zilveren bestek geplateerd.
  • Jij hebt de sieraden geplateerd.
  • Hij/Zij heeft de metalen voorwerpen geplateerd.
  • Wij hebben de platina ringen geplaatst.
  • Jullie hebben de juwelen geplaatst.