platrijden

Conjugations List of Platrijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrij platreed platheb platgereden
jij, je, urijdt platreed plathebt platgereden
hij, zij, hetrijdt platreed platheeft platgereden
wijrijden platreden plathebben platgereden
jullierijden platreden plathebben platgereden
zij, zerijden platreden plathebben platgereden

Presens
Beta

Example presens sentences for Platrijden with some of the pronouns.

  • Ik platrijd de taart.
  • Jij platrijdt de bloemen.
  • Hij/Zij/Het platrijdt de dozen.
  • Wij platrijden de blikjes.
  • Jullie platrijden de ballonnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Platrijden with some of the pronouns.

  • Ik reed de taart plat.
  • Jij reed de bloemen plat.
  • Hij/Zij/Het reed de dozen plat.
  • Wij reden de blikjes plat.
  • Jullie reden de ballonnen plat.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Platrijden with some of the pronouns.

  • Ik heb de taart platgereden.
  • Jij hebt de bloemen platgereden.
  • Hij/Zij/Het heeft de dozen platgereden.
  • Wij hebben de blikjes platgereden.
  • Jullie hebben de ballonnen platgereden.