aanknippen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | knip aan | knipte aan | heb aangeknipt |
jij, je, u | knipt aan | knipte aan | hebt aangeknipt |
hij, zij, het | knipt aan | knipte aan | heeft aangeknipt |
wij | knippen aan | knipten aan | hebben aangeknipt |
jullie | knippen aan | knipten aan | hebben aangeknipt |
zij, ze | knippen aan | knipten aan | hebben aangeknipt |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanknippen with some of the pronouns.
- Ik knip een nieuw onderwerp aan tijdens de les.
- Jij knipt regelmatig interessante discussies aan.
- Hij knipt het gesprek over naar een ander onderwerp.
- Wij knippen elke dag een krantenartikel aan om te bespreken.
- Zij knippen het thema aan met een paar prikkelende vragen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanknippen with some of the pronouns.
- Ik knipte een nieuw onderwerp aan tijdens de les.
- Jij knipte regelmatig interessante discussies aan.
- Hij knipte het gesprek over naar een ander onderwerp.
- Wij knipten elke dag een krantenartikel aan om te bespreken.
- Zij knipten het thema aan met een paar prikkelende vragen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanknippen with some of the pronouns.
- Ik heb een nieuw onderwerp aangeknipt tijdens de les.
- Jij hebt regelmatig interessante discussies aangeknipt.
- Hij heeft het gesprek overgeknipt naar een ander onderwerp.
- Wij hebben elke dag een krantenartikel aangeknipt om te bespreken.
- Zij hebben het thema aangeknipt met een paar prikkelende vragen.