wegdrukken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | druk weg | drukte weg | heb weggedrukt |
| jij, je, u | drukt weg | drukte weg | hebt weggedrukt |
| hij, zij, het | drukt weg | drukte weg | heeft weggedrukt |
| wij | drukken weg | drukten weg | hebben weggedrukt |
| jullie | drukken weg | drukten weg | hebben weggedrukt |
| zij, ze | drukken weg | drukten weg | hebben weggedrukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegdrukken with some of the pronouns.
- Ik druk de knop weg.
- Jij drukt het boek weg.
- Hij/Zij drukt de angst weg.
- Wij drukken de problemen weg.
- Zij drukken de herinneringen weg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegdrukken with some of the pronouns.
- Ik drukte de knop weg.
- Jij drukte het boek weg.
- Hij/Zij drukte de angst weg.
- Wij drukten de problemen weg.
- Zij drukten de herinneringen weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegdrukken with some of the pronouns.
- Ik heb de knop weggedrukt.
- Jij hebt het boek weggedrukt.
- Hij/Zij heeft de angst weggedrukt.
- Wij hebben de problemen weggedrukt.
- Zij hebben de herinneringen weggedrukt.