steigeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | steiger | steigerde | heb gesteigerd |
jij, je, u | steigert | steigerde | hebt gesteigerd |
hij, zij, het | steigert | steigerde | heeft gesteigerd |
wij | steigeren | steigerden | hebben gesteigerd |
jullie | steigeren | steigerden | hebben gesteigerd |
zij, ze | steigeren | steigerden | hebben gesteigerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Steigeren with some of the pronouns.
- Ik steiger regelmatig tijdens mijn yogalessen.
- Jij steigert vaak als je boos bent.
- Hij steigert altijd wanneer hij kritiek krijgt.
- Wij steigeren soms bij het zien van enge films.
- Jullie steigeren nooit als er problemen zijn.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Steigeren with some of the pronouns.
- Ik steigerde vroeger veel tijdens mijn danslessen.
- Jij steigerde regelmatig als je teleurgesteld was.
- Hij steigerde altijd wanneer hij bang was.
- Wij steigerden soms tijdens onweersbuien.
- Jullie steigerden nooit zonder goede reden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Steigeren with some of the pronouns.
- Ik heb gesteigerd tijdens de paardrijwedstrijd.
- Jij bent vaak gesteigerd in moeilijke situaties.
- Hij heeft altijd gesteigerd bij confrontaties.
- Wij zijn soms gesteigerd tijdens onze reis.
- Jullie zijn nooit gesteigerd tijdens het bergbeklimmen.