vertienvoudigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vertienvoudig | vertienvoudigde | heb vertienvoudigd |
jij, je, u | vertienvoudigt | vertienvoudigde | hebt vertienvoudigd |
hij, zij, het | vertienvoudigt | vertienvoudigde | heeft vertienvoudigd |
wij | vertienvoudigen | vertienvoudigden | hebben vertienvoudigd |
jullie | vertienvoudigen | vertienvoudigden | hebben vertienvoudigd |
zij, ze | vertienvoudigen | vertienvoudigden | hebben vertienvoudigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vertienvoudigen with some of the pronouns.
- Ik vertienvoudig de hoeveelheid suiker in mijn koffie.
- Jij vertienvoudigt je spaargeld elk jaar.
- Hij/Zij vertienvoudigt zijn/haar productiecapaciteit.
- Wij vertienvoudigen het aantal deelnemers aan de conferentie.
- Jullie vertienvoudigen de winst van het bedrijf met deze strategie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vertienvoudigen with some of the pronouns.
- Vroeger vertienvoudigde ik altijd mijn inzet tijdens spelletjes.
- Toen ik jong was, vertienvoudigden we de afstand tussen onze huizen.
- In die periode vertienvoudigde het aantal bezoekers aan het museum.
- Tijdens de vorige storm vertienvoudigden de windsnelheden.
- Elke zomer vertienvoudigden de toeristenaantallen in de stad.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vertienvoudigen with some of the pronouns.
- Ik heb de omzet vertienvoudigd in het afgelopen kwartaal.
- Jij hebt je kennis vertienvoudigd sinds je begon met studeren.
- Hij/Zij heeft de afstand vertienvoudigd door te verhuizen.
- Wij hebben de voorraad vertienvoudigd om aan de vraag te voldoen.
- Jullie hebben de prijzen vertienvoudigd na de herlancering van het product.