polychromeren

Conjugations List of Polychromeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpolychromeerpolychromeerdeheb gepolychromeerd
jij, je, upolychromeertpolychromeerdehebt gepolychromeerd
hij, zij, hetpolychromeertpolychromeerdeheeft gepolychromeerd
wijpolychromerenpolychromeerdenhebben gepolychromeerd
julliepolychromerenpolychromeerdenhebben gepolychromeerd
zij, zepolychromerenpolychromeerdenhebben gepolychromeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Polychromeren with some of the pronouns.

  • Ik polychromeer het beeldhouwwerk.
  • Jij polychromeert de keramische tegels.
  • Hij/Zij polychromeert de houten meubels.
  • Wij polychromeren de muurschilderingen.
  • Zij polychromeren de porseleinen vazen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Polychromeren with some of the pronouns.

  • Ik polychromeerde het beeldhouwwerk.
  • Jij polychromeerde de keramische tegels.
  • Hij/Zij polychromeerde de houten meubels.
  • Wij polychromeerden de muurschilderingen.
  • Zij polychromeerden de porseleinen vazen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Polychromeren with some of the pronouns.

  • Ik heb het beeldhouwwerk gepolychromeerd.
  • Jij hebt de keramische tegels gepolychromeerd.
  • Hij/Zij heeft de houten meubels gepolychromeerd.
  • Wij hebben de muurschilderingen gepolychromeerd.
  • Zij hebben de porseleinen vazen gepolychromeerd.