mitrailleren

Conjugations List of Mitrailleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmitrailleermitrailleerdeheb gemitrailleerd
jij, je, umitrailleertmitrailleerdehebt gemitrailleerd
hij, zij, hetmitrailleertmitrailleerdeheeft gemitrailleerd
wijmitraillerenmitrailleerdenhebben gemitrailleerd
julliemitraillerenmitrailleerdenhebben gemitrailleerd
zij, zemitraillerenmitrailleerdenhebben gemitrailleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mitrailleren with some of the pronouns.

  • Ik mitrailleer de vijand tijdens het gevecht.
  • Jij mitrailleert de doelen met precisie.
  • Hij/Zij/Het mitrailleert constant om de tegenstanders te onderdrukken.
  • Wij mitrailleren vanuit de loopgraaf.
  • Jullie mitrailleeren de vijandelijke linies.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mitrailleren with some of the pronouns.

  • Vroeger mitrailleerde ik vaak tijdens oorlogsmissies.
  • Toen ik jonger was, mitrailleerde ik regelmatig op de schietbaan.
  • Hij/Zij/Het mitrailleerde gewoonlijk ter verdediging van zijn/haar troepen.
  • Wij mitrailleerden soms vanaf strategische punten.
  • Jullie mitrailleerden meestal vanuit gepantserde voertuigen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mitrailleren with some of the pronouns.

  • Ik heb de vijand hevig gemitrailleerd.
  • Jij hebt de doelen nauwkeurig gemitrailleerd.
  • Hij/Zij/Het heeft herhaaldelijk gemitrailleerd om de tegenstand te breken.
  • Wij hebben vanuit de lucht gemitrailleerd.
  • Jullie hebben de vijandelijke posities grondig gemitrailleerd.