preoccuperen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | preoccupeer | preoccupeerde | heb gepreoccupeerd |
jij, je, u | preoccupeert | preoccupeerde | hebt gepreoccupeerd |
hij, zij, het | preoccupeert | preoccupeerde | heeft gepreoccupeerd |
wij | preoccuperen | preoccupeerden | hebben gepreoccupeerd |
jullie | preoccuperen | preoccupeerden | hebben gepreoccupeerd |
zij, ze | preoccuperen | preoccupeerden | hebben gepreoccupeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Preoccuperen with some of the pronouns.
- Ik preoccupeer me over de toekomst van onze planeet.
- Jij preoccupeert je vaak over kleine details.
- Hij preoccupeert zich met zijn carrière.
- Zij preoccupeert zich met haar uiterlijk.
- Wij preoccuperen ons met de veiligheid van onze kinderen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Preoccuperen with some of the pronouns.
- Ik preoccupeerde me vroeger veel over wat anderen van me dachten.
- Jij preoccupeerde je regelmatig met je gezondheid.
- Hij preoccupeerde zich dagelijks met zijn werk.
- Zij preoccupeerde zich vaak met haar studies.
- Wij preoccupeerden ons intensief met de problemen in de samenleving.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Preoccuperen with some of the pronouns.
- Ik heb me over die kwestie gepreoccupeerd.
- Jij hebt je lang genoeg gepreoccupeerd, het is tijd om te ontspannen.
- Hij heeft zich altijd al met politiek gepreoccupeerd.
- Zij heeft zich nooit echt met sport gepreoccupeerd.
- Wij hebben ons grondig met het onderwerp gepreoccupeerd.