promoten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | promoot | promootte | heb gepromoot |
jij, je, u | promoot | promootte | hebt gepromoot |
hij, zij, het | promoot | promootte | heeft gepromoot |
wij | promoten | promootten | hebben gepromoot |
jullie | promoten | promootten | hebben gepromoot |
zij, ze | promoten | promootten | hebben gepromoot |
PresensBeta
Example presens sentences for Promoten with some of the pronouns.
- Ik promoot dit nieuwe product.
- Jij promoot de evenementen.
- Hij/zij/het promoot het merk.
- Wij promoten de duurzame initiatieven.
- Zij promoten de artiesten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Promoten with some of the pronouns.
- Ik promootte dat nieuwe product.
- Jij promootte de evenementen.
- Hij/zij/het promootte het merk.
- Wij promootten de duurzame initiatieven.
- Zij promootten de artiesten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Promoten with some of the pronouns.
- Ik heb dit nieuwe product gepromoot.
- Jij hebt de evenementen gepromoot.
- Hij/zij/het heeft het merk gepromoot.
- Wij hebben de duurzame initiatieven gepromoot.
- Zij hebben de artiesten gepromoot.