psychologiseren

Conjugations List of Psychologiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpsychologiseerpsychologiseerdeheb gepsychologiseerd
jij, je, upsychologiseertpsychologiseerdehebt gepsychologiseerd
hij, zij, hetpsychologiseertpsychologiseerdeheeft gepsychologiseerd
wijpsychologiserenpsychologiseerdenhebben gepsychologiseerd
julliepsychologiserenpsychologiseerdenhebben gepsychologiseerd
zij, zepsychologiserenpsychologiseerdenhebben gepsychologiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Psychologiseren with some of the pronouns.

  • Ik psychologiseer over het gedrag van kinderen.
  • Jij psychologiseert graag over de menselijke geest.
  • Hij/zij psychologiseert vaak over zijn/haar dromen.
  • Wij psychologiseren tijdens onze studiegroep.
  • Jullie psychologiseren over de invloed van cultuur.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Psychologiseren with some of the pronouns.

  • Ik psychologiseerde vroeger veel over mijn angsten.
  • Jij psychologiseerde regelmatig over je emoties.
  • Hij/zij psychologiseerde graag tijdens de sessies.
  • Wij psychologiseerden intensief over de relatieproblemen.
  • Jullie psychologiseerden vaak over de ontwikkeling van kinderen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Psychologiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb gepychologiseerd over mijn eigen gedachten.
  • Jij hebt psychologiseerd met de patiĆ«nten.
  • Hij/zij heeft psychologiseerd in verschillende situaties.
  • Wij hebben psychologiseerd tijdens de therapie.
  • Jullie hebben psychologiseerd over de oorzaken van stress.