reglementeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | reglementeer | reglementeerde | heb gereglementeerd |
jij, je, u | reglementeert | reglementeerde | hebt gereglementeerd |
hij, zij, het | reglementeert | reglementeerde | heeft gereglementeerd |
wij | reglementeren | reglementeerden | hebben gereglementeerd |
jullie | reglementeren | reglementeerden | hebben gereglementeerd |
zij, ze | reglementeren | reglementeerden | hebben gereglementeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Reglementeren with some of the pronouns.
- Ik reglementeer de procedures in ons bedrijf.
- Jij reglementeert de werktijden van het personeel.
- Hij reglementeert het gebruik van mobiele telefoons op school.
- Wij reglementeren de toegangsregels voor het evenement.
- Zij reglementeren het parkeren in de stad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Reglementeren with some of the pronouns.
- Vroeger reglementeerde ik de activiteiten van de vereniging.
- Toen ik daar werkte, reglementeerde ik de interne processen.
- Hij reglementeerde vroeger het gebruik van plastic zakken.
- In die tijd reglementeerden wij de uitgaven van het project.
- Zij reglementeerden de communicatie met externe partijen in het verleden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Reglementeren with some of the pronouns.
- Ik heb het nieuwe beleid gereglementeerd.
- Jij hebt de regels strikt gereglementeerd.
- Hij heeft de vergunningen nauwkeurig gereglementeerd.
- Wij hebben de contracten grondig gereglementeerd.
- Zij hebben de veiligheidsprocedures streng gereglementeerd.