reproduceren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | reproduceer | reproduceerde | heb gereproduceerd |
jij, je, u | reproduceert | reproduceerde | hebt gereproduceerd |
hij, zij, het | reproduceert | reproduceerde | heeft gereproduceerd |
wij | reproduceren | reproduceerden | hebben gereproduceerd |
jullie | reproduceren | reproduceerden | hebben gereproduceerd |
zij, ze | reproduceren | reproduceerden | hebben gereproduceerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Reproduceren with some of the pronouns.
- Ik reproduceer de kunstwerken van beroemde schilders.
- Jij reproduceert graag oude boeken voor je verzameling.
- Hij/Zij reproduceert nauwkeurig de wetenschappelijke gegevens.
- Wij reproduceren de muziek van verschillende culturen.
- Jullie reproduceren de historische documenten met zorg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Reproduceren with some of the pronouns.
- Ik reproduceerde de kunstwerken van beroemde schilders.
- Jij reproduceerde graag oude boeken voor je verzameling.
- Hij/Zij reproduceerde nauwkeurig de wetenschappelijke gegevens.
- Wij reproduceerden de muziek van verschillende culturen.
- Jullie reproduceerden de historische documenten met zorg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Reproduceren with some of the pronouns.
- Ik heb de kunstwerken van beroemde schilders gereproduceerd.
- Jij hebt graag oude boeken voor je verzameling gereproduceerd.
- Hij/Zij heeft nauwkeurig de wetenschappelijke gegevens gereproduceerd.
- Wij hebben de muziek van verschillende culturen gereproduceerd.
- Jullie hebben de historische documenten met zorg gereproduceerd.