revaloriseren

Conjugations List of Revaloriseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrevaloriseerrevaloriseerdeheb gerevaloriseerd
jij, je, urevaloriseertrevaloriseerdehebt gerevaloriseerd
hij, zij, hetrevaloriseertrevaloriseerdeheeft gerevaloriseerd
wijrevaloriserenrevaloriseerdenhebben gerevaloriseerd
jullierevaloriserenrevaloriseerdenhebben gerevaloriseerd
zij, zerevaloriserenrevaloriseerdenhebben gerevaloriseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Revaloriseren with some of the pronouns.

  • Ik revaloriseer de oude meubels.
  • Jij revaloriseert je kennis door te blijven leren.
  • Hij revaloriseert de waarde van het bedrijf.
  • Wij revaloriseren de historische gebouwen in de stad.
  • Zij revaloriseren de verwaarloosde wijken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Revaloriseren with some of the pronouns.

  • Ik revaloriseerde de oude meubels.
  • Jij revaloriseerde je kennis door te blijven leren.
  • Hij revaloriseerde de waarde van het bedrijf.
  • Wij revaloriseerden de historische gebouwen in de stad.
  • Zij revaloriseerden de verwaarloosde wijken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Revaloriseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de oude meubels gerevaloriseerd.
  • Jij hebt je kennis gerevaloriseerd door te blijven leren.
  • Hij heeft de waarde van het bedrijf gerevaloriseerd.
  • Wij hebben de historische gebouwen in de stad gerevaloriseerd.
  • Zij hebben de verwaarloosde wijken gerevaloriseerd.