derven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | derf | derfde | heb gederfd |
jij, je, u | derft | derfde | hebt gederfd |
hij, zij, het | derft | derfde | heeft gederfd |
wij | derven | derfden | hebben gederfd |
jullie | derven | derfden | hebben gederfd |
zij, ze | derven | derfden | hebben gederfd |
PresensBeta
Example presens sentences for Derven with some of the pronouns.
- Ik derf een goede nachtrust door het lawaai.
- Jij derven nooit de moed op te geven.
- Hij/zij/het derven geen tijd te verliezen.
- Wij derfen allemaal wel iets in ons leven.
- Jullie derven niet te klagen over jullie situatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Derven with some of the pronouns.
- Vroeger derfde ik altijd de juiste woorden te vinden.
- Toen jij jong was, durfde je meer risico's te nemen.
- Hij/zij/het derfde vaak de kans op succes.
- In die tijd durfden wij alles te proberen.
- Jullie derfden nooit de hoop op een betere toekomst.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Derven with some of the pronouns.
- Ik heb gederfd wat ik het meest waardevol vond.
- Jij hebt nooit gedurfd om je ware gevoelens te tonen.
- Hij/zij/het heeft nooit gederfd wat hij/zij verlangde.
- Wij hebben alles gedurfd om onze dromen waar te maken.
- Jullie hebben nooit gederfd wat jullie echt wilden.