terneerslaan

Conjugations List of Terneerslaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksla terneersloeg terneerben terneergeslagen
jij, je, uslaat terneersloeg terneerbent terneergeslagen
hij, zij, hetslaat terneersloeg terneeris terneergeslagen
wijslaan terneersloegen terneerzijn terneergeslagen
jullieslaan terneersloegen terneerzijn terneergeslagen
zij, zeslaan terneersloegen terneerzijn terneergeslagen

Presens
Beta

Example presens sentences for Terneerslaan with some of the pronouns.

  • Ik sla terneer door de teleurstelling.
  • Jij slaat terneer na het slechte nieuws.
  • Hij/zij/het slaat terneer vanwege de tegenslagen.
  • Wij slaan terneer als we geen vooruitgang zien.
  • Jullie slaan terneer door de kritiek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terneerslaan with some of the pronouns.

  • Ik sloeg terneer elke keer dat ik faalde.
  • Jij sloeg terneer na elke tegenslag.
  • Hij/zij/het sloeg terneer bij het ontvangen van het slechte nieuws.
  • Wij sloegen terneer toen we de resultaten zagen.
  • Jullie sloegen terneer na de kritiek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terneerslaan with some of the pronouns.

  • Ik heb terneergeslagen toen ik het hoorde.
  • Jij hebt terneergeslagen na die nederlaag.
  • Hij/zij/het heeft terneergeslagen gereageerd op de situatie.
  • Wij hebben terneergeslagen gereageerd op de afwijzing.
  • Jullie hebben terneergeslagen gevoeld na het verlies.