verdeemoedigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verdeemoedig | verdeemoedigde | heb verdeemoedigd |
jij, je, u | verdeemoedigt | verdeemoedigde | hebt verdeemoedigd |
hij, zij, het | verdeemoedigt | verdeemoedigde | heeft verdeemoedigd |
wij | verdeemoedigen | verdeemoedigden | hebben verdeemoedigd |
jullie | verdeemoedigen | verdeemoedigden | hebben verdeemoedigd |
zij, ze | verdeemoedigen | verdeemoedigden | hebben verdeemoedigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verdeemoedigen with some of the pronouns.
- Ik verdeemoedig
- Jij verdeemoedigt
- Hij/zij/het verdeemoedigt
- Wij verdeemoedigen
- Jullie verdeemoedigen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verdeemoedigen with some of the pronouns.
- Ik verdeemoedigde
- Jij verdeemoedigde
- Hij/zij/het verdeemoedigde
- Wij verdeemoedigden
- Jullie verdeemoedigden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verdeemoedigen with some of the pronouns.
- Ik heb verdeemoedigd
- Jij hebt verdeemoedigd
- Hij/zij/het heeft verdeemoedigd
- Wij hebben verdeemoedigd
- Jullie hebben verdeemoedigd