ronddienen

Conjugations List of Ronddienen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdien ronddiende rondheb rondgediend
jij, je, udient ronddiende rondhebt rondgediend
hij, zij, hetdient ronddiende rondheeft rondgediend
wijdienen ronddienden rondhebben rondgediend
julliedienen ronddienden rondhebben rondgediend
zij, zedienen ronddienden rondhebben rondgediend

Presens
Beta

Example presens sentences for Ronddienen with some of the pronouns.

  • Ik dien rond in de stad.
  • Jij dient rond in het park.
  • Hij/Zij dient rond op de markt.
  • Wij dienen rond in de buurt.
  • Zij dienen rond in het museum.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ronddienen with some of the pronouns.

  • Ik diende rond in de stad.
  • Jij diende rond in het park.
  • Hij/Zij diende rond op de markt.
  • Wij dienden rond in de buurt.
  • Zij dienden rond in het museum.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ronddienen with some of the pronouns.

  • Ik heb rondgediend in de stad.
  • Jij hebt rondgediend in het park.
  • Hij/Zij heeft rondgediend op de markt.
  • Wij hebben rondgediend in de buurt.
  • Zij hebben rondgediend in het museum.