rondkijken

Conjugations List of Rondkijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkijk rondkeek rondheb rondgekeken
jij, je, ukijkt rondkeek rondhebt rondgekeken
hij, zij, hetkijkt rondkeek rondheeft rondgekeken
wijkijken rondkeken rondhebben rondgekeken
julliekijken rondkeken rondhebben rondgekeken
zij, zekijken rondkeken rondhebben rondgekeken

Presens
Beta

Example presens sentences for Rondkijken with some of the pronouns.

  • Ik kijk rond in de winkel.
  • Hij kijkt rond op de markt.
  • Wij kijken rond in de stad.
  • Jullie kijken rond in het museum.
  • De kinderen kijken rond in het park.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rondkijken with some of the pronouns.

  • Ik keek rond in de winkel.
  • Hij keek rond op de markt.
  • Wij keken rond in de stad.
  • Jullie keken rond in het museum.
  • De kinderen keken rond in het park.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rondkijken with some of the pronouns.

  • Ik heb rondgekeken in de winkel.
  • Hij heeft rondgekeken op de markt.
  • Wij hebben rondgekeken in de stad.
  • Jullie hebben rondgekeken in het museum.
  • De kinderen hebben rondgekeken in het park.