rondtasten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tast rond | tastte rond | heb rondgetast |
jij, je, u | tast rond | tastte rond | hebt rondgetast |
hij, zij, het | tast rond | tastte rond | heeft rondgetast |
wij | tasten rond | tastten rond | hebben rondgetast |
jullie | tasten rond | tastten rond | hebben rondgetast |
zij, ze | tasten rond | tastten rond | hebben rondgetast |
PresensBeta
Example presens sentences for Rondtasten with some of the pronouns.
- Ik tast rond op zoek naar mijn sleutels.
- Jij tast rond in het donker.
- Hij/Zij/Het tast rond in de kamer.
- Wij tasten rond in de tuin op zoek naar de verloren bal.
- Jullie tasten rond in de winkel voor nieuwe kleding.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rondtasten with some of the pronouns.
- Ik tastte rond in het donker en botste tegen een tafel.
- Jij tastte rond in de oude boekenkast.
- Hij/Zij/Het tastte rond in de keuken op zoek naar eten.
- Wij tastten rond in het bos tijdens onze wandeling.
- Jullie tastten rond op de rommelmarkt en vonden een waardevol item.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rondtasten with some of the pronouns.
- Ik heb rondgetast en eindelijk mijn portemonnee gevonden.
- Jij hebt rondgetast, maar kon niets vinden.
- Hij/Zij/Het heeft rondgetast in alle hoeken van de kamer.
- Wij hebben rondgetast naar antwoorden, maar we hebben ze nog niet gevonden.
- Jullie hebben rondgetast in de stad en leuke souvenirs gekocht.