rondzoemen

Conjugations List of Rondzoemen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzoem rondzoemde rondheb rondgezoemd
jij, je, uzoemt rondzoemde rondhebt rondgezoemd
hij, zij, hetzoemt rondzoemde rondheeft rondgezoemd
wijzoemen rondzoemden rondhebben rondgezoemd
julliezoemen rondzoemden rondhebben rondgezoemd
zij, zezoemen rondzoemden rondhebben rondgezoemd

Presens
Beta

Example presens sentences for Rondzoemen with some of the pronouns.

  • De bijen zoemen rond in de tuin.
  • Ik zoem altijd rond op mijn fiets.
  • De geluiden van de stad zoemen constant om me heen.
  • De muggen zoemen vervelend om mijn oren.
  • De drone zoemt boven het landschap.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rondzoemen with some of the pronouns.

  • De bijen hebben rondgezoemd in de tuin.
  • Ik ben altijd rondgezoemd op mijn fiets.