toedichten

Conjugations List of Toedichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdicht toedichtte toeheb toegedicht
jij, je, udicht toedichtte toehebt toegedicht
hij, zij, hetdicht toedichtte toeheeft toegedicht
wijdichten toedichtten toehebben toegedicht
julliedichten toedichtten toehebben toegedicht
zij, zedichten toedichtten toehebben toegedicht

Presens
Beta

Example presens sentences for Toedichten with some of the pronouns.

  • Ik dicht een gedicht toe aan mijn vriendin.
  • Jij dicht een verhaal toe aan de kinderen.
  • Hij/zij/het dicht een liedje toe aan de groep.
  • Wij dichten een prijs toe aan de winnaar.
  • Jullie dichten een spreuk toe aan de bruid en bruidegom.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toedichten with some of the pronouns.

  • Ik dichtte een gedicht toe aan mijn vriendin.
  • Jij dichtte een verhaal toe aan de kinderen.
  • Hij/zij/het dichtte een liedje toe aan de groep.
  • Wij dichtten een prijs toe aan de winnaar.
  • Jullie dichtten een spreuk toe aan de bruid en bruidegom.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toedichten with some of the pronouns.

  • Ik heb een gedicht toegedicht aan mijn vriendin.
  • Jij hebt een verhaal toebedicht aan de kinderen.
  • Hij/zij/het heeft een liedje toegedicht aan de groep.
  • Wij hebben een prijs toegekend aan de winnaar.
  • Jullie hebben een spreuk toegevoegd aan de bruid en bruidegom.